01 juni 2007

“Waarom zou ik bang zijn? Ik vertel de waarheid.”

Een simpel bezoekje aan de kapper van Lavender Hill. Gewoonweg om een afspraak te maken voor een knipbeurt. Op zich al iets speciaals: de kapsalon bevindt zich in een houten schuurtje achter één van de vele flats in Lavender Hill. De omgeving ziet er een beetje verpauperd uit, in schril contrast tot de gastvriendelijkheid waarmee je verwelkomt wordt. Met open armen wordt je verwelkomd – tussendoor wordt er een knipafspraak gemaakt – en vervolgens wordt je geposteerd in een aangename fauteuil en krijg je een bakkie koffie voorgeschoteld. Uiteraard kwam dit ook doordat Connie Hester (de moeder van de kapster) kent, maar het voelt toch goed… Maar toen vertelde Hester haar verhaal. Ze was in de jaren tachtig actief bij de ontwikkelingsorganisatie New World Foundation in Lavender Hill. In die positie was ze ook betrokken bij de apartheidsstrijd; zij probeerde mensen uit haar directe te omgeving te mobiliseren om in actie te komen. Niet langer je koest te houden, maar je rechten te verdedigen. Activiteiten die ervoor zorgen, dat u Hester nauwlettend in de gaten werd gehouden door de politie…

“Is het niet moeilijk voor je dit alles weer te vertellen?”, vraag ik haar. “Nee, het vertellen helpt me bij de verwerking van dit alles. En ze continueert haar verhaal; aan alles blijkt dat ze het graag wil vertellen. Geboeid zit ik te luisteren naar de ervaringen van deze vrouw en de geestkracht waarmee ze het verwoordt. “Regelmatig brachten ze me naar de gevangenis van Pollsmoor voor verhoor. Ze hebben me zelfs naar Robbeneiland gebracht om me te ondervragen. Ik was geblinddoekt, dus gezien heb ik ’t niet. Maar ik weet zeker dat ik op Robbeneiland was.” De politie wilde van haar vooral weten wie in Lavender Hill betrokken waren bij het verzet. Daarbij zetten ze werkelijk alle middelen in: nagels werden van Hesters vingers getrokken, ze kreeg schokken toegediend in een soort van elektrische stoel. Terwijl ze vertelt, gebaart Hester met haar handen hoe ze in die tijd in haar stoel doet. Het kost mij niet veel moeite om de situatie te verbeelden…

“Maar ik hield me stil. Ik ben geen verrader. Ik ben een moeder, die zorgt voor haar kinderen.” Als ik vraag of ze niet bang was in die tijd is ze erg resoluut: “Waarom zou ik bang zijn? Ik vertel de waarheid.” En vervolgens verhaalt ze over de kracht die ze uit het geloof haalde: “Ook Jezus werd gekruisigd en had eigenlijk niets verkeerds gedaan.” Ik raak ontroerd door deze vrouw, die veel levenswijsheid in zich herbergt en vooral veel doorzettingsvermogen. En dat terwijl de sporen van de martelingen nog steeds duidelijk zichtbaar zijn: aan de nagels (“Bij kou moet ik handschoenen dragen.”) die ze ons laat zien, maar ook op haar rug… Om het nog maar niet te hebben over de geestelijke littekens.

En na de afschaffing van de apartheid is Hester niet gestopt. Ze is nu actief in de strijd tegen AIDS: door haar werk in de kliniek, maar vooral toch als een belangrijk figuur in de gemeenschap. “Ik ken alle gangsters hier. Ze komen regelmatig bij me op bezoek. Ik vertel de gangster – die uit de gevangenis terugkeren – dat ze hun frustratie (in de gevangenis worden veel jongens verkracht) niet moeten botvieren op onschuldige kinderen en vrouwen. En dat ze vooral een condoom moeten gebruiken…”

Hester, een bewogen mens met ook veel frustraties: “Het gaat nog steeds niet goed in dit land. Er is veel corruptie in de politiek en regelmatig vraag ik me af waar wij voor hebben gevochten…?” Maar zich erbij neerleggen zal Hester nooit doen. Daarvan ben ik overtuigd geraakt. Ze zou een inspiratiebron kunnen zijn voor de jeugd hier. Een groep, die vaak niet meer weet wat voor strijd er in Zuid-Afrika is gestreden. Luisteren naar Hester is genoeg…



Uiteindelijk toch gewassen, geknipt en geschoren...

Geen opmerkingen: